Naast het slepende formatieproces en de naweeën van de corona-maatregelen zijn we de afgelopen zomerweken opgeschrikt door het nieuws van het overhaaste vertrek van de westerse troepenmachten uit Afghanistan.
Onze schermen vulden zich met dramatische beelden van moeizame evacuaties met overvolle vliegtuigen, de uitrol van een streng Taliban-regime en - in eigen land - protesten bij opvangcentra tegen de komst van de vluchtelingen. Deze ontheemden hebben abrupt hun huis en haard verlaten en staan nu voor een enorme uitdaging. Hoe bouw je uit het niets een nieuw leven op in een vreemd land? Waar men bovendien niet per se op je zit te wachten, gezien de ontvangst.
De geschiedenis van Nederland heeft natuurlijk vaker mensen van elders hiernaartoe gebracht. Dat die alle moeilijkheden ten spijt toch ook steeds weer buitengewoon veerkrachtig blijken, zie ik eigenlijk dagelijks om me heen. Ons team van architecten weerspiegelt bijna ongemerkt stukken geschiedenis. Zo zijn sommige collega’s als kind met hun ouders gevlucht uit voormalig Joegoslavië. Ze hebben hier hun opleiding genoten, zijn aan het werk gegaan en hebben nu ook zelf gezinnen.
Aardig wat collega’s hebben daarnaast bijvoorbeeld roots op één van de Indonesische eilanden. En daarmee houdt het natuurlijk niet op. Veel Nederlandse achternamen zijn bijvoorbeeld te herleiden tot Franse en Portugese voorouders die in de zeventiende eeuw vluchten voor religieuze oppressie elders.
Onze maatschappij is dus mede gevormd door migratie. Soms is die helemaal zelfgekozen, andere keren meer of minder gedwongen onder lastige omstandigheden. Maar ook in nieuwe context en onder andere condities vinden mensen steeds weer mogelijkheden tot het opbouwen van een nieuw bestaan. Dat stemt me optimistisch. Ik ben benieuwd naar de eerste medewerker van Afghaanse afkomst.
Ronald Schleurholts, architect-partner cepezed
Cobouw, 15 september 2021