Er wordt te veel nagedacht. Ja, u leest het goed. Er wordt veel te veel nagedacht. Tot die conclusie kwam ik laatst wederom, samen met een collega, al was het in een volstrekt andere context. Maar ook in het ontwerp- en bouwtraject van gevels gebeurt het. Nadat de architect een ontwerp heeft afgerond en het bestek heeft ingeleverd, gaat de aannemer er mee aan de slag. Hierbij wordt het onderdeel gevel vaak bij een gevelbouwer neergelegd die er ogenblikkelijk over na begint te denken. Want wat blijkt? Er moet nog heel veel worden uitgewerkt, uitgezocht, berekend en getekend. Zonde, want dit kost allemaal veel tijd en dus ook geld.
Maar er is een oplossing. Eenvoudig, maar doeltreffend. In plaats van nadenken moet er in het ontwerptraject veel meer voorgedacht worden. Logisch, toch? En daarbij is de hulp van de gevelbranche van groot belang. Ontwerpers hebben niet alleen een scherpe offerte en een knap naslagwerk nodig met daarin uw nieuwste profielen, maar ook uw vermogen tot voordenken. U bezit immers als geen ander de expertise ophet gebied van geveltechniek.
Daarbij gaat het wat mij betreft niet gauw ver genoeg. Dit is namelijk ook hét moment om uw innovatiekracht en kennis in te zetten. Dacht u nou echt dat een aannemer met de suggestie komt om de gevel te voorzien van slimme sensoren, energieopwekkende componenten of zelfs installatieonderdelen? Natuurlijk niet, hij heeft wel wat anders aan zijn hoofd.
Mijn oproep aan de gevelbranche is dan ook om de intensieve samenwerking met ontwerpers op te zoeken en zo het maximale uit de gevel te halen. Wellicht stof tot nadenken.
Joost Heijnis, bouwtechnoloog cepezed, Delft
Gevelbouw 6 2014