menu sluiten

in gesprek over (on)zekerheid in de architectuur

door Dinand van der Wal & Lucas van der Wee

In het kader van zijn 50-jarige jubileum zoekt cepezed antwoord op vragen over de toekomst. Voor welke uitdagingen staan we, wat vraagt de toekomst van ons en hoe kunnen architecten het verschil maken? Menno Rubbens (cepezedprojects) ging met Maarten Hajer (Urban Futures Studio) in gesprek over het gebruik van staal versus biobased materiaal en andere complexe keuzes. De toekomst is onzeker concluderen ze, maar dat is niet per se erg.

belang van verandering
Menno: Met Urban Futures Studio onderzoek je aan de Universiteit Utrecht onder meer de impact van de klimaatverandering op steden. Jij bent vrij uitgesproken over het belang van verandering, vooral wat de bouw aangaat.

Maarten: 40 procent van het mondiale bouwvolume in 2050 moet nog gebouwd worden. Als we dit gaan bouwen met dezelfde materialen als we nu gebruiken, kunnen we nooit onder de 2 graden klimaatopwarming blijven die in Parijs zijn afgesproken.

Menno: Door de vervuiling bij het winnen van grondstoffen bedoel je?

Maarten: Het verbaast mij hoe weinig beelden we zien van het afgraven van de aarde. De bezetting van Lützerath, begin dit jaar, was alleen daarom al van belang. Het beeld en de schaal van die bruinkoolmijn maakt duidelijk wat er in de natuur gebeurt om onze levensstandaard overeind te houden.


Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Lützerath, Michel Hensen

staal
Menno: Staal op zich is natuurlijk geen vies materiaal, je zou moeten kijken naar de energie die wordt ingezet, dat is de vervuilende factor.

Maarten: Daar ben ik het niet mee eens, het idee om windkracht en waterstof te gebruiken om de bestaande hoogovens te voeden is een lobby vanuit die industrie. Het overstappen op waterstof leidt tot een verdringing van de energie die we nodig hebben voor andere doeleinden. Met waterstof als brandstof heb je 40 procent energieverlies. En je hebt er heel veel windmolens voor nodig. Ik vind het onbegrijpelijk dat de hele politiek achter die waterstofhype aanloopt.

Menno: Ik geloof ook niet in waterstof voor huishoudens of personenauto’s, maar voor de grote industrie?

Maarten: Eens, mits je dit Europees benadert. Raffinaderijen zijn naoorlogse uitvindingen, die liggen er niet sinds de eeuwigheid en ook niet voor de eeuwigheid. Bij de hoogovens kunnen we beter iets kleiners overeind houden, daar zou je waterstof kunnen inzetten.

Menno: We kunnen niet alles biobased oplossen, zeker niet op korte termijn. Dus je zult moeten zoeken naar een efficiënt gebruik van vervuilende materialen, zoals staal, beton en glas, en je zult biobased-materialen op zo’n manier moeten toepassen dat ze een lang leven zijn beschoren. Want een biobased-gebouw in 50 jaar afschrijven is net zo min verstandig.

agents of change
Maarten: Echt duurzaam is een gebouw dat je kunt aanpassen op nieuw gebruik, dat vind ik zo interessant aan jullie portfolio. De maatvoering moet goed zijn en de materialen moeten het toestaan. Een van de instinkers van cross laminated timber is dat er maar moeilijk iets aan veranderd kan worden.

Menno: Het adaptief vermogen van een gebouw is wat ons betreft een iets andere opgave dan de materiaaltransitie, waar wij overigens meer in de richting van hybride structuren denken. Kies je voor hout, dan is het door de wet- en regelgeving nu vaak nog nodig een heleboel hout te gebruiken, waar een dun plaatje beton zou volstaan - beton dat je mogelijk kunt hergebruiken. cepezed vindt dat je een gebouw weer uit elkaar moet kunnen halen en zelfs productgericht zou moeten kunnen repareren. Dit vraagt ook om een heel ander financierings- en garantiesysteem.

Maarten: Verandert jullie rol als bureau daardoor?

Menno: We nemen al bijna 30 jaar verantwoordelijkheid voor het ontwerp én de realisatie, vooral met het oog op de risicobeheersing. Urban Futures Studio wijst op het belang van agents of change, die de verantwoordelijkheid nemen voor verandering. Om te zorgen dat de bouwopgave intrinsiek duurzamer wordt is de rol van de architect naar ons idee cruciaal. Wij vinden dat je als architect een agent of change moet proberen te zijn.

Maarten: Leidt jullie filosofie niet ook tot een zekere mate van standaardisering, om hergebruik makkelijker te maken?

Menno: Het is meer een standaardmethodiek, het standaardiseren van een technisch principe. We ontwerpen gebouwen die klaar zijn voor een circulair leven in de toekomst, ze zijn circular ready.

angst voor het nieuwe
Maarten: Bij alle innovaties geldt de angst voor het nieuwe. Dat zie je overal, of het nu de tuinders zijn of de bouwindustrie. We moeten als de wiedeweerga de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting en dat soort dingen weer in de benen hijsen, zodat er serieus kan worden geëxperimenteerd en geëvalueerd. Dat is de enige manier om mogelijkheden te tonen en mensen echt mee te krijgen - ook de mogelijkheden van tijdelijke architectuur. Ik hou de boodschap meestal simpel: bouw niet in potentieel zompig gebied. Maar bouw je tijdelijke architectuur, en waarschuw je de mensen van tevoren over wat ze over 20 of 30 jaar te wachten staat, dan kan het wel. En wordt het financierbaar, omdat het over de opstal gaat en niet de grond.

Menno: Het idee dat we bouwen voor de eeuwigheid is hardnekkig. Ook de ruimtelijke ordening zou tijdelijkheid en onvoorspelbaarheid moeten omarmen, het niet-permanente zou onderdeel moeten worden van wat we bouwen.

Maarten: Je kan tijdelijke vergunningen afgeven als een manier om met klimaatadaptatie om te gaan. Een ander ding is ontwikkelrecht en de hele grondpolitiek.

Menno: De erfpachtconstructie zorgt dat je als eigenaar van de grond langdurig betrokken blijft bij wat er gebeurt. Dat biedt mogelijkheden, maar ik merk dat zelfs de grote banken vooralsnog geen idee hebben hoe ze dat aan moeten pakken, of dat ze daar op zijn minst mee moeten experimenteren. Een circulariteitsfonds van pensioenfondsen bijvoorbeeld zou kunnen experimenteren met tijdelijke business-cases, of met biobased materiaal. Er is volgens mij genoeg geld voor het experiment. Waarom wordt dit niet toegewend?

roep om verandering
Maarten: Ik ben niet hoopvol als ik kijk naar de omvang van de uitdagingen en het gepriegel van de politiek. De technologische ontwikkeling gaat in bepaalde sectoren zo razendsnel, met potentieel ondermijnende effecten op de samenleving. En dan heb ik de klimmaatverandering nog niet eens genoemd. Aan de andere kant is het natuurlijk onze dure plicht om onze verbeelding beter in te zetten, om mensen mee te nemen in het feit dat die andere wereld, de wereld van morgen, ultiem leefbaar kan zijn. Dat er een hogere kwaliteit van leven kan zijn na 2050. Uit de huidige periode blijkt de sociale veerkracht van mensen. Er is een roep om verandering, het is niet alleen slecht nieuws op dit moment. Een aantal dingen gaat veel sneller dan we dachten. Neem alleen al de vergrijzing, die zal de economische groei enorm doen afnemen. Daarmee loopt ook de materiele vraag terug.’

Menno: Bedoel je dat de wal het schip gaat keren?

Maarten: We moeten nadenken over een hele andere levenswijze waar je minder arbeid nodig hebt en waar de kwaliteit van leven door iets anders wordt bepaald dan materiële consumptie.

Menno: Als architect ben je geneigd tegen onzekerheid te vechten. Het spreekt mij aan onzekerheid juist te omarmen.’

Maarten: Daarmee open je een enorme discussie. Het hele financieringssysteem in de bouw is op calculeerbare risico’s gebaseerd. Een bank kan niet dealen met onzekerheid. Die risicocalculus leidt tot conservatisme, want in zo’n model zit per definitie alleen wat je al weet.

Menno: Bovendien kunnen zekerheden ondertussen gewoon onzekerheden zijn, denk aan de coronapandemie. Over deze schijnzekerheid heb ik vaak discussie met banken - het idee dat een losmaakbaar of circulair gebouw, dat iets meer investering vergt, allerlei risico’s met zich mee zou brengen. Terwijl het juist een methode is om je risico te verminderen.

geweld
Maarten: Ik ben ook geïnteresseerd in onzekerheid als sociaal proces. Hoort er bijvoorbeeld geweld bij? De transformatie naar een duurzame wereld is dusdanig groot dat historici zich afvragen of dat wel kan zonder geweld. Ik denk dat veel meer voorbeelden van geweld in de transitie gaan zien, zoals in Lützerath. Als het ministerie van I&W zo ontzettend stom zou zijn te besluiten de verbreding van de A27 bij Utrecht door te zetten, dan voorspel ik dat werkelijk de hele stad zich gaat verzetten. Dergelijk verzet tegen ingesleten gedachtegangen, in dit geval van het ministerie, is onderdeel van de transitie.

Menno: Als er weer een woningbouwproject ontwikkeld wordt met tunnelbekisting voor beton zouden mensen zich daar eens aan vast moeten ketenen!

Maarten: Je ziet nu al een soort verharding ontstaan, want er zijn reële verliezers in dit spel. Die geven hun posities niet zomaar op. Ook koepelorganisaties zijn nooit voor innovatie, want zij representeren al hun leden. Elke transitie kent verliezers. Die houden de transitie per definitie tegen.


Maarten Hajer is politicoloog en planoloog. Sinds 2015 leidt hij de Urban Futures Studio (Universiteit Utrecht), waar onderzoek wordt gedaan naar de toekomst van de stad, in al zijn facetten en wetenschap wordt gekoppeld aan kunst en politiek beleid. Voordien was Hajer onder meer directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en hoogleraar Bestuur & Beleid aan de Universiteit van Amsterdam.

→ ga terug naar het overzicht

contact
mail bd@cepezed.nl of 
bel ons business development team op +31 (0)15 2150000