Hij ligt weer in de bus, de uitnodiging voor het Gala van de Nederlandse Bouw. Bouwers, leveranciers, opdrachtgevers, architecten, adviseurs enzovoorts – iedereen treedt straks weer opgepoetst aan in het Utrechtse Beatrixtheater. Het doet me denken aan de documentaire van Louis Theroux over een groep swingers in de VS. Deze mensen organiseren feesten waarbij men in informele setting aan partner swapping doet. Zij houden zelfs lijsten bij met eigenschappen en voorkeuren, zodat er altijd mogelijkheden tot nieuwe partnerconfiguraties zijn.
De huidige aanbestedingspraktijk voor grotere en complexere (semi)overheidsprojecten toont verrassende overeenkomsten met een swingersfeest: een in samenstelling vrij vaste poule van bouwers, facilitair dienstverleners, adviseurs en architecten gaat voor iedere DBFMO-tender of variant hierop een nieuwe paringsdans aan. Men houdt lijstjes bij en de kunst is om voor ieder project de juiste mix van partijen te verzamelen – niet te vroeg vastgelegd, maar ook niet te laat want dan vis je achter het net en sta je buitenspel.
Consortia komen tot stand in grote vergaderingen met een interessante blik in elkaars keuken en meer inzicht in elkaars belangen en werkwijzen. De zoektocht naar de meest kansrijke combinatie levert vaak verrassende kruisbestuivingen en resultaten op. Niet zelden werk je met partijen of disciplines die je voorheen niet tegenkwam in een ontwerptraject of die zelfs je concurrent waren. Voor iedere speler is het daarbij steeds van belang zijn eigen identiteit in te brengen en zijn meerwaarde voor het project van dat moment aan te tonen.
Onbedoeld neveneffect van het overheidsbeleid is wel dat de spoeling aan partijen dun is. Hoeveel grote bouwers in Nederland kunnen immers een DBFMO-traject aan? In dit licht raad ik u allen aan goed uit te kijken op de afterparty van het Gala van de Nederlandse Bouw: wie doet het met wie de komende tijd?
Ronald Schleurholts, directeur-architect cepezed, Delft
Cobouw, 22 januari 2015