In de architectuurwereld klinkt de roep om minder te slopen steeds luider. Door de keuze voor transformatie en renovatie van bestaande bouw blijft namelijk niet alleen ons cultureel erfgoed bewaard, het draagt ook bij aan een Paris Proof-oplossing. cepezed onderschrijft de urgentie van behoud in plaats van sloop. Ook en juist vooral bij op het oog niksige gebouwen.
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen bundelde het College van Rijksadviseurs vorig jaar zestien adviezen. Een daarvan is het advies om niet te slopen, tenzij het echt niet anders kan. ‘Sloop is kapitaal- en materiaalvernietiging waarvoor altijd iets of iemand de rekening betaalt. Veel gebouwen staan (deels) leeg en kunnen beter benut worden’, aldus de rijksadviseurs. Het college staat daarin niet alleen, ook steeds meer architecten bepleiten, vanwege de culturele waarde en de positieve milieu-impact, behoud in plaats van sloop.
conceptueel interessant
Om die milieu-impact nog eens te optimaliseren zet architectenbureau cepezed bij transformatie en renovatie in op minimale ingrepen met maximaal resultaat. Dat vraagt om precisie en daarmee om een gedegen analyse van de ruimtelijke structuur, iets waar cepezed door zijn kit of parts-aanpak al aan gewend is. Die kit of parts leent zich ruimtelijk en technisch overigens bijzonder goed voor transformatie en renovatie. Een bouwpakket van prefab-elementen kan namelijk precies aangepast worden op het maatsysteem van het bestaande gebouw en het maakt het ontwerp conceptueel interessanter.
Hoe dat esthetisch uitpakt blijkt uit de vele transformatieontwerpen in cepezeds portfolio - cepezed staat bekent om nieuwbouw, maar heeft meer dan dertig jaar ervaring met transformaties en renovaties. De ontwerpen reiken van getransformeerde historische kerken en pakhuizen tot gerenoveerde schoolgebouwen uit de wederopbouwperiode, met als opvallendste overeenkomst het contrast tussen de bestaande bouw en de nieuwbouw. Meestal is een toegevoegd element een duidelijk herkenbare, modulaire kit of parts in een afwijkend materiaal, waardoor nieuwe delen afleesbaar zijn. Contrast in ritmiek en elementgrootte is er juist niet, omdat cepezed veel aandacht steekt in de verbindingen en steevast maatwerk levert.
het belang van transformatie
strategisch opdikken
Bij het recente project Wega.punt, een kleine parkeergarage voor de Politie op de Haagse Binckhorst, stelde het bureau voor om het bestaande gebouw op de betreffende locatie niet te slopen. In plaats daarvan maakte cepezed een transformatieontwerp voor dit voormalige kantoorgebouw. Omdat de grootste winst qua CO2-uitstoot schuilt in het hergebruik van het betonnen casco, wordt het bestaande pand gestript tot op dat casco. De nieuwe gevel rond de garage is een handige, demontabele ‘jas’ van geperforeerde felsplaten. Op de voormalige binnenhof komt een demontabele stellage met hellingbanen en bordessen. Zo borgt cepezed het adaptief vermogen van het pand, want Paris Proof draait om minder sloop én om gebouwen die veranderend gebruik aankunnen.
Bij Vitrum, een jaren zestig-kantoorpand aan twee zijden van de Parnassusweg in Amsterdam, gebeurt iets soortgelijks. De opgave stelde dat het brugdeel over de weg, met zijn karakteristieke pijlers, mocht worden gesloopt. Deze brug had namelijk een vrij dwingende betonnen kokerconstructie. Het gewenste aantal vierkante meters mocht worden behaald door een nieuwe brug te bouwen plus een extra toren. Maar het ontwerp van cepezed omarmt de nurkse aspecten van het gebouw juist en laat de brug heel.
Om de renovatie van Vitrum aan te vliegen vanuit het oogpunt van behoud was allereerst een volledig begrip van de bestaande constructie nodig. Het bleek mogelijk om alle bestaande gevels, dus ook die van het brugdeel, ‘op te dikken’ met een nieuwe gevelelementen. Dat bood meteen de mogelijkheid om de ramen en glazen gevels te verduurzamen, op strategische plekken vides te introduceren, meer daglicht binnen te laten, en up to date-installaties netjes weg te werken. De tactiele kwaliteit van de brutalistische brugpijlers wordt versterkt door in het interieur de betonconstructie zichtbaar te maken.
Bij de transformatie van een voormalige Shell-kantoor naar appartementengebouw, ging cepezed uit van de bestaande organisatie. De liftkokers en trappenhuizen van deze hoogbouw aan de Haagse Oostduinlaan bleven op hun plek en de appartementen liggen links en rechts van de bestaande, interne verkeersruimte, die vides heeft gekregen. Een nieuw ‘rek’ aan de gevels biedt ‘speelruimte’ in het bestaande gebouw en maakt het mogelijk om balkons te introduceren. Het rek toont de transformatie aan de buitenzijde, terwijl de constructieve kopgevels van Franse kalksteen juist herinneren aan Shell, net als de elegante entreeluifel.
leesbare ingrepen
Door de ingrepen ‘leesbaar’ te houden, onderkent cepezed de waarde van het bestaande. Voor het eigen kantoor aan het Ezelsveld in Delft is een bestaand rijksmonumentaal hallencomplex getransformeerd. Door het eerst op te schonen komen karakteristieke elementen zoals de open kapconstructie van ijzer en sierlijke muurankers weer mooi tot hun recht. Nieuwe ingrepen en toevoegingen zijn duidelijk herkenbaar aan hun materiaal en vorm: staal en glas.
Ook de woning en studio aan het Rietveld in Delft, waar een volledig gerestaureerd 16e-eeuws woonhuis is gecombineerd met nieuwbouw, werd ‘van binnenuit’ ontworpen. De studio strekt zich uit over de begane grond van het oude en het nieuwe pand, het woondeel over de twee lagen erboven. Een glazen ‘voeg’ houdt het nieuwe en het oude deel zichtbaar uit elkaar, terwijl een stalen loopbrug ze juist verbindt. En hoewel het materiaal en de vorm hypermodern zijn, sluit de architectuur met de gevelverdeling mooi aan op de historische buurpanden aan het grachtje.
Het grote ‘meubel’ dat cepezed ontwierp voor ’t Speelhuis in Helmond is een kit of parts op interieurniveau. Oud en nieuw versterken elkaar hier in hun contrast. Het meubel bevat de tribune, garderobe, bar en stijgpunten. Omdat het theater is gevestigd in een rijksmonumentale, neobyzantijnse koepelkerk kan deze kit of parts zonder het gebouw te beschadigen weer uit elkaar en weggehaald worden.
non-descripte gebouwen verbeteren
Bij erfgoedpareltjes als in Helmond is het vanzelfsprekend om niet te slopen. Die vanzelfsprekendheid geldt nog niet voor de bulk gebouwen uit de wederopbouwperiode en later. Het gaat zelfs al om gebouwen uit de jaren negentig en nul, gebouwen van nog geen dertig jaar oud. Vaak zijn dit op het eerste gezicht non-descripte gebouwen, waar in de loop van de jaren behoorlijk aan is gesleuteld. cepezed speurt zonder vooroordelen naar de structuur van de oorspronkelijke architectuur: hoe zit het in elkaar en wat valt er ruimtelijk te verbeteren terwijl er tegelijkertijd wordt verduurzaamd?
Een bekende renovatie wat dit betreft is het Rijkswaterstaatkantoor Westraven, een minder bekende het gemeentehuis van Woerden. Beide gebouwen zijn verduurzaamd door de gevel op afstand te plaatsen, vanuit hetzelfde principe als later bij Vitrum en Oostduinlaan, maar met meer ruimtelijk effect. Een recent renovatieontwerp van cepezed is het gemeentehuis van West Betuwe, in Tiel. Met twee strategische toevoegingen - een nieuw entreepaviljoen met de raadszaal en een dak over de voormalige patio - bleef het dorpse karakter van dit gebouw behouden, terwijl geslotenheid plaatsmaakte voor openheid. De delen zijn nagenoeg geheel van hout en lichtstraten markeren de overgang naar het bestaande, bakstenen, jaren tachtig-gebouw.
Doorbraken en extra ramen op strategische plekken maken dat je in het gemeentehuis van West Betuwe logisch je weg vindt en resulteren in een prettiger binnenklimaat en meer ruimtelijke diversiteit. Uit dergelijke slimme precisie-ingrepen spreekt de jarenlange ervaring van cepezed. Terwijl de keuze voor een houten kit laat zien dat het bureau, dat in 2024 zijn 50-jarig jubileum viert, niet wars is van vernieuwing. De transformatieopgave in het algemeen heeft baat bij cepezeds 'democratische' focus op de ruimtelijke structuur van gebouwen, ongeacht hoe niksig zij ogen. Juist vanwege de bulk aan dergelijke gebouwen uit de jaren tachtig, negentig en nul is hier door behoud in plaats van sloop een wereld te winnen. En zijn geslaagde transformatievoorbeelden belangrijk.