klaar voor een tunnelkistloos tijdperk?
Laatst was ik bij een nuttige sessie in een grote Nederlandse stad, waar we met de stedenbouwkundige, de supervisor en de eerste architecten van een nieuwe wijk de stedenbouwkundige kaders evalueerden. Het verloop van het gesprek deed me denken aan Michiel Cohen, oud-partner van cepezed. De vraag of in Nederlandse steden per se met baksteen moest worden gebouwd, beantwoordde hij met een relativerende wedervraag: Kon de vroege middeleeuwer, opgegroeid in een vrijwel volledig houten stad, zich een stad van baksteen voorstellen?
Veel gaat goed in de betreffende nieuwe wijk, al zijn er in de opgestelde kaders vooringenomen en gedateerde keuzes besloten. Straatwanden zijn bijvoorbeeld zo stellig geboetseerd met de piepschuimsnijder, dat de gebruikelijke hoogtevrijstelling van 10 procent niet in het bestemmingsplan is opgenomen. Voor alle bouwvolumes is hierbij een bruto verdiepingshoogte van drie meter gehanteerd, passend bij gangbare tunnelkistwoningbouw. Als je zoals wij een school ontwerpt, kun je hier niets mee. Een andere wat gedateerde keuze betreft de duurzaamheidsambitie. Die geldt de energiehuishouding (veel pv-panelen), waterretentie en anti-hittestress, terwijl aandacht voor de CO2-uitstoot inmiddels veel urgenter blijkt te zijn als we Paris Proof willen bouwen.
Stedenbouw die insteekt op ‘whole life carbon’ vraagt een radicaal andere aanpak. De uitstoot tijdens de gebruiksfase telt mee, maar de impact van het materiaalgebruik en de CO2-uitstoot tijdens de bouw (en de productie van materiaal) nog veel meer. Het betekent het einde van de tunnelbekisting en het begin van adaptief bouwen met hernieuwbare en/of herbruikbare materialen. Veelal door structureel hout toe te passen, juist in de bouwdelen met de meeste volume-impact: constructie en gevel.
Dat vraagt om andere bouweisen en om nieuwe kaders, want met houten constructies red je het ook bij woningen niet met een verdiepingshoogte van drie meter. Je kunt binnen de maximale bouwhoogte dus substantieel minder bouwlagen realiseren, waardoor inkomsten substantieel dalen, terwijl de kosten van deze bouwmaterialen ook substantieel hoger zijn. Hier lopen we dubbel vast en daarom is de eerste vraag: Kunnen wij ons in het vaststellen van de kaders al een houten stad voorstellen? Want dat steden veranderen onder invloed van regelgeving, kennis en inzicht is van alle tijden.
ronald schleurholts
architect-partner cepezed
column: tunnelkistloos
wil je hierover verder met ons in gesprek? → mail bd@cepezed.nl of bel ons business development-team +31 (0)15 2150000